Stop eens met altijd luidop nadenken, zei hij me onlangs in de auto. Even nadenken… (in stilte) : wat maakt een uitspraak tot luidop nadenken? Omdat het geen deel uitmaakte van een gesprek, bedacht ik meteen daarna (ook in stilte). Ik zei gewoon iets. En knoopte daar een bedenking aan vast. Waar blijkbaar geen van de inzittenden ook maar iets aan had. En waar dus ook geen enkele reactie op kwam. En dus geen conversatie.
En toen ging ik nog verder denken. En nog steeds in stilte. Want ik durfde mijn mond niet meer open te doen. Ik dacht: hoe vaak denken we eigenlijk luidop? Hoe vaak zeggen we iets waar geen repliek op komt. Eventueel wél met de nobele sociale intentie om een leuk gesprek aan te knopen, maar waar er geen uit volgt…
Ik las ooit een sprookje over een man die elke dag langs het huis van een oude dame passeerde. Het is lang geleden, ik herinner me de details niet. Maar elke dag vroeg hij aan de dame hoe laat het was. Ze antwoordde hem, ook al had hij een uurwerk aan. Op een dag bleef de man weg. De dame was diep ongelukkig en stierf kort nadien.

Small talk heeft een belangrijke sociale functie, las ik ooit in een weekendkrant. De blabla en zo. In de winkel, in een café. Met onbekenden of met gekend gezelschap. Het is een prikkel die je dag kan goedmaken. Ik probeer soms zo’n prikkel te geven. Soms reageert er gewoon niemand. En hey, dat is ok! En in dat geval ook potsierlijk. Alsof je het alleen tegen de muur of de geranium op de vensterbank hebt. Dat luidop nadenken ook altijd…