Opluchting. De straten vullen zich langzaam weer met mensen, de winkels met klanten, de cafés ook weer met dorstige burgers. Dorstig naar een drankje, maar vooral naar “spontaan sociaal”, naar elkaar dus, zoals vroeger.

Het is niet meteen de massa, de stad vult zich met mondjesmaat, volgens de stand van de zon en volgens het zuchtje van de wind. Ook ik laat me meedrijven op het ritme en in de richting van de stroom. Ik heb die dag niets nodig, enige koopdrang is mij vreemd. Ik wandel bij wijze van test het normale, veelbelovende leven weer in. Met een hart van koekenbrood. Blijgezind. Verwachtingsvol.

De straat oversteken duurt even, de auto’s rijgen zich als een koord aaneen en vorderen stapvoets, of niet eens dat. Zucht. Zò lang duurt het dus… en we zijn weer terug (naar af). Leven waarbij je toch een beetje moest nadenken – en dat op een manier toch enigszins deugd deed – is een verhaal met een open einde. (De oorzaak van de lege straten is malheureus, dat besef ik, en best dat dàt eindigt, het is gewoon een beetje heimwee naar de stille stad, meer niet.)

Rokjes-file
Waarom haasten jonge meisjes zich – op de eerste dag dat hun favoriete en betaalbare winkelketen opnieuw open gaat – … naar hun favoriete en betaalbare winkelketen? Hebben ze al die lockdown-tijd meer liggen hunkeren naar een nieuw rokje dan naar hun klasvriendinnen of hun lief? Voor hen is dat vast essentieel. Ik zucht niet, ik schud mijn hoofd hooguit subtiel en een beetje meewarig. Niet omdat ik meer gezond verstand heb (of gebruik) dan uitbundige pubermeisjes. Ik denk alleen: oud! De afstand tussen mij en de rokjes-file wordt te groot. Dat is wat ze ouderwets noemen, zeker? Mijn gemoed blijft licht, de verwachting is enkel een beetje getemperd.

Zoals het klokje thuis tikt
De (luwe) drukte van de stad benauwt me, potverdorie. Het is godsgeklaagd, niet de levendigheid, wel mijn plotse tegenzin. Ik hou mijn testwandeling voor bekeken en keer terug naar “zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens”. En dat heeft niet eens met fervente virussen te maken. Ik zucht. Van opluchting.

Een huisduif? Dat weet ik al lang. Ouderwets? Dat moet ik schoorvoetend beginnen toegeven. Maar de combinatie van de twee, dàt is een brug te ver. Dit gezegd zijnde: ik moet dringend de stad in.

Posted by:Sofie De Vriese

Germanist en gek op taal. Van het eerste tot het laatste woord. Ik hou van sterke verhalen. En die zijn niet alleen te vinden in een een roman of film. Verhalen zitten gewoon òveral! Meer dan 20 jaar werk ik voor magazines, vakbladen, bedrijven, organisaties en televisie. Ik voelde me jaren thuis in architectuur, interieur, design en cultuur. Nog steeds overigens, maar gaandeweg heb ik mijn domein uitgebreid. In mijn portfolio zitten ondertussen realisaties van de meest uiteenlopende onderwerpen. En kwamen er toegepaste fotografie en vormgeving bij. Variety is the spice of life! Aandachtig naar je luisteren. Je de juiste vragen stellen. Tussen de regels lezen. Me inleven in jouw boodschap, thema of event. Zo komt de essentie van wat jij kwijt wil, naar boven.