De nazomer is heerlijk om de volle zon op te zoeken. Op een terras bijvoorbeeld. Verzin daar een lekker sterke kop koffie bij. Denk er een leuke stad rond. Een paar handen vol voorbijgangers. Niets leukers dan de fietsende en stappende medeburger schaamteloos na te kijken. (En daar ben ik niét alleen in!)
Wat er zo leuk is aan het mensen-kijken? Bedenken waarom ze daar op dat ogenblik zijn. Waar gaan ze naartoe? Zijn ze aan het werk? Doen ze boodschappen? Wandelen ze omdat ze graag buiten zijn? Zijn ze gehaast? Of vervelen ze zich? Wacht hen een leuke bestemming? Of de sleur van elke dag? Willen ze gezien worden? Of juist niet? En vooral: wat vind ìk dat ze aan het doen zijn? En in welke stemming?
Studenten haal je er gemakkelijk uit. Door hun leeftijd, uiteraard. Maar drie jonge gasten op een bank, in een trainingspak, met een koptelefoon op. Die elk een sigaret roken, of beter nog, er een doorgeven aan elkaar … die zie ik niet echt als onderweg naar school. Ik kan me vergissen natuurlijk. Maar zelfs als ik het helemaal fout voorheb, dan vind ik stereotiep denken gepermitteerd in deze ludieke bezigheid. En helemaal onschuldig, want ik ben me bewust van mijn getunneld denken. Dat ik overigens op dat ogenblik met niemand deel…

Daarnet passeerde een mevrouw op leeftijd en op de fiets. Ze moest een brugje over en tramsporen. Haar blik? Bedenkelijk. Ook nog als ze de (h)euvels al over was. Essentieel angstig in het leven, labelde ik haar. Voor alles wat haar zou kunnen overkomen..
Zoals mijn grootmoeder destijds. Ze leefde ontzettend graag, maar ze was zo voorzichtig, dat ze een en ander aan zich liet voorbijgaan. Want buiten was het gevaar. Achter elke hoek of kant. Uiteindelijk viel ze thuis van de trap en brak ze drie ribben. Implodeerde haar televisietoestel. En maakte ze een gasontploffing bij de buurvrouw van drie huizen ver mee. Ze overleefde de drie malheuren. En toch ook een verkeersongeluk op een grijze nieuwjaarsdag. En ze werd stokoud. En best gelukkig denk ik… want per slot van rekening heeft ze van alles meegemaakt …
Oh ja, er passeerde net een advocaat. Het hoornen brilletje en zijn grijze krullen rond zijn kalend hoofd hebben ‘m verraden