Hoe zou het zijn met meneer en mevrouw D., vraag ik me op een regendag als vandaag af. Ze zijn zo graag buiten, vandaar dat ik eerst aan hén denk. Meneer en mevrouw D. zijn onze overburen. In deze tijden van sociale afstand hebben we met wie links, rechts of rechtover woont nog het meeste contact, zij het ook in gerantsoeneerde versie. Het oer-cliché “hoe is ‘t?“ is gepromoveerd tot een gewaardeerd, ja zelfs fundamenteel gespreksonderwerp in onze afgebakende dagelijkse levens. De vraag is gemeend en diepgaand. Het antwoord “goed” lucht ons oprecht op. Smalltalk is méér dan retorisch geworden. Later zal het die “méér” misschien weer verliezen, maar wat mij betreft nooit meer zijn sociale heldenrol. Dat schijnbaar nietszeggende koetjes en kalfjes zo veelzeggend zijn! Met meneer en mevrouw D. voeren we overigens nooit lange conversaties, maar dat geeft niet, het contact is – ook quasi-woordenloos – prima.

 

 Fly-by

 

Ik denk dat ze het goed stellen samen. Misschien omdat ze in het grootste huis van de buurt wonen. Niet dat ik materialistisch wil overkomen, maar in tijden van ophokplicht is een beetje armslag voor mensen-van-nu mooi meegenomen. Alsof je als – pakweg – kleine mees de takken maar voor het uitkiezen hebt. En dan steekt het niet op een paar vogeltjes in dezelfde boom, denk ik. We krijgen hier overigens heel regelmatig drie koolmeesjes over de vloer. Een verantwoorde fly-by, ze respecteren de afstandsregels, blijven netjes op het terras. En ’t is altijd leuk ze te zien.

 

Meneer en mevrouw D. trekken er regelmatig met z’n tweetjes op uit. Maar nooit voor lang, ze zijn elke avond thuis. Eigenlijk zijn ze even honkvast als dat ze vrijbuiter zijn.

 

Een paar dagen geleden zaten we hen een beetje schaamteloos te begluren van op ons terras. Ze waren aan het keuvelen. We zagen toenadering. Toch minstens in onze fantasie. Meneer D. streek zijn kleren glad, mevrouw keek liefdevol toe. Ze hadden geen haast. Zou er iets meer van komen of zou het bij romantisch gekeuvel blijven? We weten het niet. We kregen toch een beetje schroom en draaiden onze blikken weer naar ons eigen romantisch gekeuvel.

 

Van ophokplicht hebben ze deze keer geen last, onze overburen van villa De Grote Berk. Hoe anders was het destijds, tijdens de vogelgriep. Geluksvogels zijn het, meneer en mevrouw Duif!

Posted by:Sofie De Vriese

Germanist en gek op taal. Van het eerste tot het laatste woord. Ik hou van sterke verhalen. En die zijn niet alleen te vinden in een een roman of film. Verhalen zitten gewoon òveral! Meer dan 20 jaar werk ik voor magazines, vakbladen, bedrijven, organisaties en televisie. Ik voelde me jaren thuis in architectuur, interieur, design en cultuur. Nog steeds overigens, maar gaandeweg heb ik mijn domein uitgebreid. In mijn portfolio zitten ondertussen realisaties van de meest uiteenlopende onderwerpen. En kwamen er toegepaste fotografie en vormgeving bij. Variety is the spice of life! Aandachtig naar je luisteren. Je de juiste vragen stellen. Tussen de regels lezen. Me inleven in jouw boodschap, thema of event. Zo komt de essentie van wat jij kwijt wil, naar boven.